zaterdag 17 augustus 2013

De Zomer van Levi Leipheimer hoofdstuk 6



-6-

Het is de dag waarvan je wist dat hij zou komen, de dag dat Eddy Dubois zijn verjaardag zal gaan vieren.
Voor het stadhuis op de Jacob Catsplaetse loopt Murk Ewald Bahl en Ronald Zonderland tegen het lijf.
In vroeger tijden, toen Murk nog crack rookte, verkeerde hij vaak in hun gezelschap.
Dan ‘hielpen’ ze gezamenlijk toeristen en gingen daarna op zoek naar een dealer.
Tegenwoordig houdt Murk het liever bij bier.
Ewald en Ronald zijn op de oude voet verder gegaan.
Ewald is een Gedoneger, hij heeft een Surinaamse vader en een Gedogiaanse  moeder.
Hij heeft een licht psychotische aandoening, hoort soms stemmen als hij zijn medicijnen niet heeft ingenomen, die hem vertellen wat hij moet doen.
Murk is erg blij dat hij daar nooit last van heeft gehad.
Hij denkt liever zelf na over wat hij wel of niet moet doen.
Ronald is lang en mager, meestal vrij netjes gekleed, en best te vertrouwen op de momenten dat hij niet net weer geld nodig heeft om crack te gaan roken.
De ontmoeting tussen de voormalige kompanen duurt niet lang.
Ewald en Ronald hebben alweer bijna genoeg geld bij elkaar om samen een bolletje crack te gaan kopen en willen door met hun hossel.
Murk houdt hen niet tegen.

Murk loopt door de Aagje Dekenstraat tot hij bij de KlaasjeZevensterpoort komt en dan  langs de Vondelgracht naar de kerk.
Voor de verjaardag van Eddy zijn er bij het bankje slingers aan bomen en lantaarnpalen gehangen.
Eddy is al aanwezig.
Harry, Ruud en Karel ook.
Twee biertjes later komen Wim -Murk kent zijn achternaam nog steeds niet- en Jaap Boomsma er ook bij zitten.
Wim en Jaap zijn aardige jongens.
Er ontstaan meestal pas problemen als ze te veel gedronken hebben,  maar vaak heeft niemand anders er last van, omdat ze bijna altijd alleen elkaar te lijf gaan.

Murk gaat bij de JanCampert een BBQ-pakket halen, zodat Eddy bij zijn verjaardagsvisite kan blijven.
Murk is eigenlijk meer gespecialiseerd in het halen van bier, komt uiteraard met het verkeerde pakket terug en roept daarmee de toorn van de jarige op.
“Het zal toch niet waar zijn, je hebt een pakket zonder aanmaakblokjes gehaald.”

Wim haalt de ontbrekende blokjes.
Eddy ontsteekt de BBQ en legt de eerste worstjes en lappen vlees, die Harry heeft meegenomen, op het vuur.
Murk doet een poging om zijn abuis bij het halen van het pakket met humor goed te maken.
“Wisten jullie dat er ook speciale runderen gefokt worden voor de BBQ?”
Harry hapt.
“O ja???”
Murk maakt de ongezouten grap af.
“Ja, barbekoeien!”
Ruud vraagt of het vlees afkomstig is van gestoorde koeien.
“Want ik ben namelijk erg bang om BSE, de gekke koeienziekte, te krijgen, ik heb zogezegd rundvrees.”
Karel is als laatste aan de beurt om een stuk vlees in ontvangst te nemen.
Terwijl het vet van zijn kin druipt declameert hij een ode aan de kwaliteit van het gebodene.
“Mmmmm, het hemelse gerecht heeft ten langen leste de smaakpapillen van mijn tong bereikt.”

Als het feest een luidruchtig hoogtepunt heeft bereikt gooit een tweetal langslopende politiemannen roet in het eten door de narokende resten van de BBQ in het water te schoppen.
Als de agenten alweer bijna om de hoek zijn verdwenen roept Jaap hen nog na.
“Stelletje dikke vandalen!”
Karel legt hem het zwijgen op om een escalatie met de wetshandhavers te vermijden en relativeert het incident.
“Man hou nou op, het was toch al bijna allemaal op, dus het feest kon toch niet meer in het water vallen.”
Als de politiefunctionarissen al lang verdwenen zijn brompruttelt Ruud nog wat na.
“Wat een idioten, als wij zoiets zouden flikken krijgen wij daar een bon voor!”
Harry gooit nog wat verbale brandstof op het vuur.
“Je hoeft niet aan een boom te hangen om een eikel te zijn.”
Wim en Jaap schreeuwen in koor hun ongenoegen over het niveau van de leden van de Louloenense politiemacht uit.
Eddy kan nu niet achterblijven en geeft lucht aan zijn misnoegen over de wijze waarop zijn verjaardagsfeest werd verstoord.
“Het feit dat er op deze planeet al nauwelijks sprake is van enige vorm van intelligentie doet me het ergste vrezen voor de rest van het universum.”
Murk stelt vast dat het allemaal nog veel erger had kunnen aflopen.
“We hebben in ieder geval geen bekeuring gehad en dat is toch het belangrijkste.”
De laatste blikjes zijn geleegd en iedereen gaat verder met zijn eigen leven.
Eddy vertrekt met Wim en Jaap naar café het Alcoholhol, een bruine kroeg op de Ischa Meijergracht, om verder te feesten, de rest heeft geen geld, of geen dorst, meer.

Op het moment dat Murk bij de pont arriveert begint het te regenen.
Aan de kant van de voormalige JandenHartogwerf gekomen, loopt hij langs het kantoor van de internationale muziekzender om te kunnen schuilen en nog een sigaretje te versieren.
Er staat een geestelijk gehandicapt meisje met een notitieboekje en een prangende vraag voor de deur.
“Bent u bekend, mag ik dan uw handtekening?”
Murk moet haar teleurstellen.

Thuisgekomen krijgt Murk een vaag verzoek.
“Kan je die grote en kleine naar de overkant brengen?”
Na een tijdje doorvragen begrijpt hij dat ma Hemelsoet wil dat er twee enveloppen op de post worden gedaan.







    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten