maandag 2 januari 2017

Winterval hoofdstuk 3

-3-

Jacqueline staat al vroeg voor de deur van de ark om samen met haar broer de thuiskomst van ma Hemelsoet voor te bereiden.
Ze zorgen dat de huiskamer schoon is, verwijderen zaken die in de weg staan, leggen noodzakelijkheden klaar en maken lijstjes met dingen die nog aangeschaft moeten worden.
Jacqueline zal moeder uit het ziekenhuis gaan ophalen. Murk blijft thuis om de postoel en het bedtafeltje in ontvangst te nemen.

Jacqueline gebruikt haar eigen auto om ma naar huis te brengen. Ze heeft er spijt van dat ze niet om ziekenvervoer heeft gevraagd. Het blijkt een heel karwei om moeder in en uit de wagen te krijgen.

Thuisgekomen verenigen Murk en Jacqueline hun krachten en ondersteunen moeder, terwijl zij stap voor stap langs het tuinpad struikelloopt.
Als moeder eindelijk in het vers geleasede bed ligt, kunnen Murk en Jacqueline om de beurt even weg om de ontbrekende producten te gaan kopen.

Jacqueline komt terug met nieuwe dekbedovertrekken, hoeslakens, een wasmand, een doos om verbandmateriaal in op te bergen en makkelijk te wassen doekjes, die gebruikt kunnen worden om het beddengoed tegen het morsen door moeder te beschermen.

Murk haalt de molton dekens die Jacqueline niet kon vinden bij de beddensuper.
Hij koopt ook incontinentiematten, paracetamol, een bekertje dat niet kan lekken en een stanleymes, omdat de nieuwe deurmat die Jacqueline gekocht heeft net iets te groot is. De laatste aanschaf is een grote bos rode rozen.

Als Murk naar de ark terugkeert, treft hij zijn zus verkleumd in de tuin aan. Ze heeft zich buitengesloten toen ze spullen, die zij te oud en vies voor ma vond, in de vuilcontainer wilde gooien. Ze had nog wel overwogen aan te bellen, maar dan was moeder, in haar haast om open te doen, vast gevallen.

Murk heeft in de beddenzaak geen zeiltjes, die de matras tegen het doorlekken bij urineverlies moet beschermen, kunnen vinden.
''Langzamerhand is een kwart van de inwoners van Gedogia, jong en oud, incontinent. 
Je zou toch denken dat ze die dingen dan wel in stapels bij de kassa hebben liggen. 
Ik zag trouwens nog wel een leuk dekbedovertrek voor ma. Met de tekst: ‘‘Ik heb er de kracht niet voor’’. Je weet wel, die kreet van Gerard Joling die hij tot vervelens toe in dat programma met Gordon slaakte.''
Jacqueline moet hard lachen, omdat de woordenstroom van haar broer zo snel van een tirade tegen het in- en verkoopbeleid van de beddenhal in enthousiasme over een overtrek is omgeslagen.
''Dekbedhoezen hebben we nu genoeg. Maar als je de volgende keer slabbetjes met dezelfde tekst ziet, mag je die best wel meenemen.''
Aan de eind van de middag heeft de huiskamer een totale metamorfose, van gezellige leefruimte tot ziekenzaal, ondergaan en kan Jacqueline vertrekken.
Murk loopt nog even met zijn zus mee naar haar auto. Ze bespreken de toekomst van moeder. Het is beter dat niet in haar bijzijn te doen. Dat maakt haar maar onrustig.
Op het moment dat de bolide van Jacqueline de parkeerplaats verlaat, komt er net een vrachtwagen van EVEAN aanrijden. Murk kan meteen de postoel en bedtafel aanpakken.
Als Murk met de hulpmiddelen de huiskamer binnenkomt, botst hij bijna tegen ma, die rillend van angst achter de deur staat, op. Ze vertelt dat ze weer bijna was gevallen, al drie keer de kamer is rondgelopen en de weg naar haar bed niet terug kan vinden, omdat ze niet weet waar ze is.
Moeder wordt terug naar bed begeleid. De bedtafel en postoel ernaast geplaatst.
Murk denkt aan afbeeldingen van vorsten, die in de 17e eeuw ook een kamergemak in hun vertrekken hadden staan. Toen was een toiletstoel nog een vorm van luxe in dienst van de zucht naar gemak van de mens en geen noodzakelijke accessoire ter verlichting van het lijdend leven dat een hulpbehoevende leidt.
De gedachten van Murk dolen verder naar een anekdote uit de jaren '50 over het gebruik van borstels waarmee men toiletten pleegt te reinigen.
Dat artikel was in die jaren nog een onbekend fenomeen in Gedogia. Een familie die naar de Verenigde Staten was geëmigreerd stuurde een exemplaar van de nieuwe vinding naar in het vaderland achtergebleven verwanten. Na een paar weken ontvingen ze een briefje met een korte dankbetuiging voor het cadeau.
‘‘Bedankt voor de borstel. We hebben hem geprobeerd, maar we vinden hem toch een beetje te hard. We gebruiken vanaf nu toch weer liever gewoon papier’’.
Moeder onderbreekt de gedachtegang van haar zoon. Zij wil graag gebruik maken van het gerief dat naast haar gereed staat.
Murk helpt haar voorzichtig uit haar ledikant en vraagt haar of ze haar goede arm om zijn schouder wil slaan, zodat hij haar naar het closet kan accompagneren.
Maar moeder vertrouwt na al haar recente buitelingen zelfs haar eigen zoon niet meer. Voor hem voelt het of hij een dans met een circusbeer uitvoert. Ma grijpt zich aan alles behalve zijn schouder vast.
Hoewel het secreet toch maar op een meter van haar sponde staat, lijkt het Murk een eeuwigheid te duren voordat hij die met ma weet te bereiken. Hij helpt moeder de pyjamabroek en incontinentiebroek te laten zakken. Wat hem betreft kan ze de pot op. Maar zij durft zich niet op hem te verlaten en wil er niet op nederzijgen.
Moeder probeert Murk wijs te maken dat de noodzaak om te plassen niet meer aanwezig is. Maar hij weigert de terugtocht te aanvaarden nu ze al zo ver gekomen zijn.
Eindelijk zit ma Hemelsoet op haar kunststof troon. Murk laat haar alleen, zodat zij in alle rust kan plassen, en strekt zijn pijnlijke rug. Hij heeft al te lang met moeder in kromgebogen houding boven de pot gehangen.
Ma is net een peuter. Een erg zware peuter die je niet zomaar in een bed en box kunt achterlaten of op een commode kan verschonen.
Zuigelingen zijn doorgaans vrolijker. Veel levendiger en er is meestal sprake van vooruitgang in hun ontwikkeling.
Murk sleept moeder terug naar het bed en leegt de po. Volgens hem ruikt de toekomst niet bepaald roosgeurig.
Emmer na emmer ellende wordt over ma Hemelsoet uitgestort. Voor Murk is het dweilen met de kraan open. Het wachten is op de volgende druppel die de emmer doet overlopen. Spattend op een gloeiende plaat helse misère.

Het avondeten verloopt rustig.
Moeder eet minder dan voorheen en laat haar koffie koud worden. Als Murk haar daarop wijst schrikt ze op. Een kwartier later staat haar kopje nog steeds onaangeraakt.
Murk wil het kopje wegnemen, om nieuwe koffie te gaan schenken, maar ma grijpt het en klemt zich stevig aan het oortje vast en is pas na lang aandringen genegen het los te laten. Het verse bakje dat Murk haar serveert, blijft ook onopgedronken.

Murk besluit al vroeg zijn bed in te rollen. Hij is doodmoe en kan een lange nachtrust goed gebruiken. Het lukt hem niet meteen in slaap te vallen. Hij piekert over de toestand van moeder. Moet een mens, die er zo bekaaid aan toe is, verder leven. Is dit nog een mens.














Geen opmerkingen:

Een reactie posten