vrijdag 20 januari 2017

Winterval hoofdstuk 9

-9-

Het is vandaag voor ma Hemelsoet de eerste dag van de laatste restjes van haar leven.
Haar wereld is niet groter dan het bed in een kamer van het verpleegtehuis met de naam van een befaamde auteur wiens naam ze is vergeten.

Murk wordt moe wakker. Afgemat door de gebeurtenissen van de laatste weken.
Hij neemt een douche. Nu hij alleen in de ark woont, kan hij onbeschroomd in de badcel zingen.
Geen mens kan hem horen. Niemand heeft er last van.
De verbouwing van de badkamer is nooit helemaal afgerond. Bij het natte gedeelte zijn plastic panelen aangebracht. Die galmen lang niet zo mooi als de originele tegelwand.
In de andere helft van de ruimte is de oude betegeling nog gedeeltelijk aanwezig.
Als Murk in het midden van een volkse deun flink uithaalt, hoort hij achter zich gekletter. Voor een aantal tegels is de cohabitatie van zwaartekracht en het vibrato van zijn stemgeluid net iets te veel geworden.
Murk sputterfoetert tegen de douchekop.
''Het is toch te erg! Zou Danny de Munck, of Koos Alberts, dit nou ook wel eens zijn overkomen?''
Murk is blij dat hij met de schrik is vrijgekomen en prijst zich gelukkig dat hij niet aan “Joshua fit the battle of Jericho” is toegekomen. De zinsnede “and the walls came tumblin’ down” van de gospel had waarschijnlijk nog kwalijkere gevolgen teweeggebracht.

Bisschop Williamson blijft in het nieuws. Hij heeft zijn excuses aangeboden voor de commotie die na zijn uitspraken over de Holocaust is ontstaan. Niet over de afkeurenswaardige uitingen zelf.
De paus heeft een kardinale fout gemaakt door zich weer in te laten met de foute bisschop. Hieruit blijkt eens te meer dat hij, in tegenstelling tot wat de moederkerk ons steeds wil laten geloven, niet onfeilbaar is.

Murk begint aan een aantal telefoongesprekken die met de verhuizing van moeder en zijn financiën verband houden.
De halve ochtend wordt gevuld met ‘‘momentjes geduld’’, omdat ‘‘alle medewerkers op dit moment in gesprek zijn’’. De muzak die op de antwoordbandjes wordt gedraaid, varieert tussen afgekeurde opnamen van Wibi Soerjadi en gitaristen die volgens Murk wel stokdoof moeten zijn.
De afspraak om het bedtafeltje, de postoel en het bed met papegaai op te halen, is al snel gemaakt.
De medewerkers van EVEAN zullen aan het begin van de middag komen. Maar de stoel die door mensen van de thuiszorg gebruikt werd om moeder veilig te helpen douchen, staat er ook nog. Die is weer van een andere instelling.
Murk krijgt het advies om op zoek te gaan naar een sticker die op de douchestoel geplakt moet zijn en het bedrijf dat daarop vermeld staat te bellen. Er blijkt niets van dien aard op het hulpattribuut aangebracht te zijn.
Hij besluit op een later tijdstip aan mevrouw De Ronde te vragen of zij weet waar het ding heen moet. De wijkzuster zou toch al langskomen om het logboek met de zorggegevens van moeder op te halen.
Het Persoonsgebonden Budget dat Murk als bezoldiging voor de aan ma Hemelsoet verleende zorg zou ontvangen, is onlangs toegekend. Daar moet hij De Dienst Werk en Uitkeringen nog van op de hoogte stellen. Als gevolg hiervan zal zijn uitkering worden stopgezet. Maar nu het ernaar uitziet dat moeder definitief in het verzorgingstehuis moet blijven, is de situatie opnieuw veranderd. Hij zal weer een uitkering bij de DWU moeten gaan aanvragen.
Nadat Murk ruim een half uur in de wacht heeft gestaan, besluit hij dat hij misschien toch eerst maar een ander telefoontje moet gaan plegen.
De uitkering die Murk toucheert gaat via een budgetteringsbedrijf. Daar moeten ze ook nog op de hoogte worden gesteld dat de uitkering van de DWU zal stoppen, omdat er nu uit een ander vaatje poen wordt getapt.
Hij wil van de gelegenheid ook meteen gebruik maken om te vertellen dat hij niet langer van hun diensten gebruik wenst te maken.
Een kwartiertje, dat veel langer lijkt, later is hij door een reeks van elektronische keuzemenu's heen en kan hij eindelijk zijn verhaal doen aan iemand die terug kan praten.
De dame van het budgetteringsbedrijf hoort hem geduldig aan. Ze maakt aantekeningen en deelt mee dat hij eerst de DWU op de hoogte moet brengen van de gewijzigde situatie en dan terug kan bellen om verslag uit te brengen over wat er precies besloten is.
Gelukkig is de vrouw genegen Murk haar directe telefoonnummer te geven. Dat scheelt Murk wellicht een half uur naar muziek te luisteren, die je, als deze in liften wordt gespeeld, doet besluiten toch maar de trap te nemen.
Murk onderbreekt zijn telefoonmarathon om koffie te zetten.
De telefoon rinkelt. Het is een medewerkster van EVEAN die wil weten of ze met mevrouw Hemelsoet spreekt.
Murk legt uit dat hij haar zoon is. Dat moeder niet aanwezig is, omdat ze inmiddels naar een verzorgingshuis is overgebracht. De vrouw belooft het op het kantoor door te gaan geven.
Murk legt de telefoon neer en lacht om de dame die dacht dat zijn zware stem wellicht die van ma Hemelsoet zou kunnen zijn. Direct daarna vraagt hij zich af wat zij eigenlijk van moeder zou willen. Hij bedenkt dat het maar goed is dat hij de hoorn opnam. 
Als ma op het rinkelen had geantwoord, was er waarschijnlijk nog meer verwarring ontstaan.
Murk begint aan de volgende serie pogingen om via het glasvezelnetwerk van een Gedogiaanse telecomgigant contact te leggen met levende wezens.
Als hij een kwartier naar het zoveelste bandje, met de mededeling dat iedereen in gesprek is, heeft geluisterd, herinnert hij zich dat hij koffie zou zetten.
Na nog eens tien minuten de mededeling dat er nog drie wachtenden voor hem zijn te hebben aangehoord, waagt Murk de gok. Hij sprint naar de koffiemachine, zet hem aan en is nog net op tijd terug om de hoopgevende mededeling te vernemen dat er nog maar twee mensen voor hem zijn.
Al een klein half uur later heeft Murk iemand van de DWU, die hem te woord kan staan en belooft door te verbinden met de vrouw die hij wil spreken, aan de telefoon.
Na drie minuten is de connectie tot stand gebracht. Murk vraagt of hij nu met de juiste persoon spreekt en krijgt een negatief antwoord. Hij vertelt opnieuw waarom hij de betreffende medewerkster wil spreken en wordt doorverbonden.
De vrouw waarmee Murk contact wil leggen, heeft een naam die een Indonesische afkomst doet vermoeden. Elke keer dat hij wordt doorgeschakeld, moet hij zijn best doen om haar naam niet te verbasteren. Hij slaagt er wonderwel in om haar niet eenmaal fokjoeyusuf te noemen.
Uiteindelijk krijgt hij iemand aan de telefoon die hem belooft dat hij door de gezochte employee zal worden teruggebeld. Murk geeft het nummer van zijn mobiel, haalt koffie en keert terug naar de vaste telefoon voor het volgende gesprek.
Het Centrum Indicatie Zorg neemt relatief snel op. Murk heeft ditmaal maar een klein kwartier hoeven te wachten voor hij een humaan te spreken krijgt.
Hij vertelt dat ma Hemelsoet is opgenomen en dat hij graag wil weten of hij dat moet doorgeven. De vrouw verzekert hem dat hij, als zijn moeder in een verzorgingstehuis is opgenomen, geen verdere stappen meer hoeft te ondernemen, omdat de indicatie dan automatisch wordt aangepast.
De vrouw met de exotische naam, die Murk na vanmorgen nooit meer aan rustgevende reizen langs zonnige palmenstranden door de gordel van smaragd zal doen denken, belt Murk terug op zijn mobiel.
Murk doet kond van zijn veranderde financiële omstandigheden.
De DWU-dame is zeer verheugd dat het PGB, volgens haar zeer snel, is geregeld. 
Zijn uitkering zal onmiddellijk worden geblokkeerd. Murk krijgt de waarschuwing om het geld dat de DWU de laatste maanden aan hem heeft uitgekeerd niet uit te geven, omdat het te veel uitbetaalde bedrag zal worden teruggevorderd.
Murk kan haar gerust stellen. Zijn uitkering wordt op een rekening van de budgetteringsinstelling gestort en hij krijgt slechts een klein bedrag per week.
Nadat Murk de belofte heeft gedaan dat hij kopieën van het toekenningsbesluit van de PGB zo snel mogelijk bij het kantoor van de DWU zal komen brengen en van de andere kant de toezegging is gekomen dat dan alle papieren naar de budgetteringlijders zullen worden doorgestuurd, zodat zij de rest kunnen afwikkelen, is het gesprek ten einde.
Murk wil nu ook maar meteen doorpakken. Hij vergeet de rest van de intussen oud geworden koffie en belt het directe nummer van de medewerkster van het bedrijf waar geld verdiend wordt met het budgetteren van het uitgavenpatroon van minderbedeelden.
Na een kleine tien minuten kan hij de vrouw de uitkomst van het gesprek met de DWU vertellen. Ze maakt opnieuw notities en spreekt met Murk af dat ze hem over een week zal bellen, om dan alles definitief in orde te maken.
Jacqueline belt. Zij heeft het CIZ ook aan de lijn gehad. Een andere medewerkster dan die Murk heeft gesproken. Bij haar was het er een die nog niet wist dat moeder inmiddels in het Eduard Douwes Dekker ligt.
Murk krijgt geen tijd om de beschermheilige der bureaucraten, Franz Kafka, aan te roepen. De deurbel gaat.
Er staat een chauffeur van EVIAN voor de deur. Hij deelt mee dat hij wat spullen op komt halen en leest het lijstje voor.
''Een hooglaagbedplustafelpluspapegaai en, o ja, een postoel.''

Het is halverwege de middag. Murk gaat ma Hemelsoet in het verzorgingstehuis bezoeken.
Terwijl hij zich opfrist en aankleedt, luistert hij naar het sombere economisch nieuws op de radio. Het Centraal Planbureau maakt bekend dat de economie flink krimpt en de werkloosheid sterk zal toenemen.
Murk smaallacht. Hij heeft het nu veel te druk om zich daar zorgen over te maken. Het komt hem wel goed uit dat er geen banen meer voor het opscheppen liggen. Dan kan hij gewoon doorgaan met schrijven.
Daar is misschien wel geen droog brood te verdienen. Maar hij is immers al jaren gewend van weinig rond te komen.

Als Murk uit de lift van het Eduard Douwes Dekker huis stapt, staat hij direct oog in oog met Ma Hemelsoet.
Moeder zit in een rolstoel. Zij ziet er veel beter uit dan de afgelopen dagen en laat een herkennende glimlach op haar zoon los. Ze is fris gewassen en keurig gekleed. In kleren die ze tijdelijk in bruikleen heeft, omdat haar eigen kleding nog niet van naammerkjes is voorzien.
Ma begrijpt weinig van haar situatie, maar geeft op de vragen van Murk over eten, slapen en pijn positieve antwoorden.
Er rijdt een vrouw met een serveerboy langs. Ze vraagt ma Hemelsoet of zij thee of koffie wil. Het antwoord is graag, maar moeder maakt geen keuze. Ze krijgt beide.
Moeder kijkt naar de kan rode limonade op het wagentje en vraagt Murk of dat rode wijn is.
Op het blad naast haar rolstoel ligt een eenzaam koekje geduldig te wachten op hetgeen de toekomst brengen zal.
Ma Hemelsoet biedt haar zoon het koekje aan. Hij weigert en als het karretje weer passeert, krijgt ma een tweede koekje van een ander soort. Het mag het eerste koekje gezelschap gaan houden.
Net voordat Murk wil weggaan, gaat de liftdeur open. Moeder kijkt verrast en deelt Murk mee dat de man die uit de lift komt haar zoon is. Ze herstelt zich meteen: ''Oh nee, je zit hier ook naast me.''
Murk neemt afscheid. In de lift vraagt hij zich af of je wel gewoon met je leven kan doorgaan als het leven van je moeder tot stilstand is gekomen. Vindt zij dit leven nog wel de moeite waard?

Ziet moeder de limonade aan voor rode wijn
Dan is 't leven in blessuretijd mogelijk toch nog fijn
In de man die uit de lift komt, herkent zij haar zoon
Maar als zij opzij blikt, zit die daar ook gewoon
In haar oude leven had moeder er slechts een
Maar als ze nu in elke man haar zoon ziet
Voelt ze zich tenminste minder vaak alleen

Op weg naar huis maakt Murk kopieën van het toekenningsbesluit van het PGB bij de buurtsuper en levert deze bij de DWU af.
De huiskamer van de ark is leeg zonder moeder en haar ziekbed.
Murk probeert de ruimte te vullen door de grote tafel naar het midden van de kamer te verschuiven.
Hij maakt een begin met het afhechten van het leven dat hij hier met moeder sleet.
Hij loopt het hele huis rond en opent hier en daar kasten en laden waarin het leven van ma Hemelsoet zich heeft verzameld.
Bij het openen van de kastjes in moeders slaapkamer valt de spiegel die daar tussen hangt.
Murk lacht zijn schrik weg. Bijna was zijn grote teen getroffen en had hij zich weer bij de spoedeisende hulp kunnen vervoegen. Hij kent inmiddels de weg.
Een la is gevuld met enveloppen met rouwkaarten van familie, vrienden, buren en kennissen. Gedurende een lang leven vallen er veel mensen weg.
De tuinkat heeft zich al dagen niet laten zien. Murk vult het etensbakje toch maar.
De bloemen die hij voor moeders thuiskomst had gekocht, zijn verwelkt en kunnen in de vuilnisbak.
Het witte brood dat ma Hemelsoet de laatste dagen dat ze op de ark heeft gewoond niet meer wilde eten, wordt aan de eenden gedoneerd. Murk houdt niet van wit brood.
De laatste afspraak van ma Hemelsoet met de pedicure is komen te vervallen, omdat moeder van de trap getuimeld was. Murk schrijft een kort briefje en stopt dat met geld voor het consult in een envelop.

Na het eten wandelt Murk naar het huis van de pedicure en schuift de envelop in de brievenbus.
Weer thuis gaat hij verder met schoon schip maken. Hij opent een kastje waar moeder altijd drank bewaarde.
Er staat nog een fles wijn waar ma Hemelsoet vroeger van hield. Murk ontkurkt de Liebfraumilch en neemt een slokje. De Qualitätswein is tot azijn verworden, is van jonge zoete wijn in een zure weduwe veranderd.
Murk giet de fles leeg in de gootsteen en eet het ijsje uit het vriesvak dat hij op de laatste dag dat ma nog thuis was voor haar had gekocht. Het koude zoet verdringt de smaak van de zure slok verleden.
Murk gooit de andere flessen, die ook in de vorige eeuw zijn gekocht, leeg en gaat naar bed.

 















Geen opmerkingen:

Een reactie posten