zaterdag 27 mei 2017

Lentebal hoofdstuk 20

-20-

Murk heeft geen zin om op te staan.
Hij luistert naar de commentaren op de verkiezingsuitslag via de wekkerradio.
Het politieke landschap is totaal vershredderd. 7 partijen krijgen elk rond de 20 zetels in de nieuwe Tweede Kamer. Het CDA wordt weer de grootste met 21 zetels. 1 à 2 zetels meer dan de andere 6: SP, PvdA, GroenLinks, Trots op Gedogia, PVV en VVD. Bij de Provinciale Statenverkiezingen is het beeld, omgerekend naar zetels in de Senaat, ongeveer hetzelfde.
De lijsttrekkers van de 7 grote partijen debiteren overeenkomstige meningen. Hun partij zal gaan meeregeren, omdat er door hen is gewonnen. Er zijn wel nuances. De ene verliezer heeft winst behaald, omdat de uitslag veel beter is dan vooraf in de peilingen werd voorspeld. De ander om reden van het feit dat zij vrijwel zeker van een invloedrijke positie in het toekomstige kabinet is.
Murk zucht, rolt uit bed en begeeft zich naar het toilet.
Op de deurmat ligt een envelop met het opschrift Verkiezingsresultaat. Het bevat een in de hanenpoten van Karel Nooitgedacht geschreven poëtische eruptie.

Op de wijs van De Kleine Man van Louis Davids.

In ons kleine kikkerlandje zijn alle stemmen nu geteld
En we gaan weer dapper aan het formeren
Het torentje is vrij en er wordt flink wat afgebeld
Naar wie zich aan het kabinet kan conformeren

De een die slaat zijn slag, doet soms wat ie niet mag
De andere, dat is een feit, betaalt steeds het gelag

Geef ons een sterke man, een echte burgerman
Zo'n fijne populist met een krijtstreeppakkie an
Zo'n marokkaantjesfokkende leider pakt het stevig an
Zo'n blondgekuifde die ons fortuin bewaken kan

Wij verzorgen onze medeburgers tegenwoordig best
Wil je niet werken, mag je gewoon blijven leggû
En nou zijn er heel veel ruifvreters die zijn liever stoned dan moe
Dat hoef je hen echt dus geen twee keer te zeggen!

Murk doucht, ontbijt en kleedt zich aan om boodschappen te gaan doen.
De radio brengt nog steeds nieuws over de verkiezingen.
CDA-fractieleider en dwaallichtje Waxine Verhagen opteert voor een positie als minister van Buitenlandse Zaken en Bram Moszkowicz noemt zich de gedroomde kandidaat-minister voor de PVV voor het Ministerie van Justitie.
Murk denkt dat deze nachtmerrie wel aan Gedogia voorbij zal gaan. De malafide advocaat heeft het voorlopig nog te druk met de rechtszaken tegen Wilders.

Murk gaat op weg.
Aan het bord op het plein van de buurtsuper hangen nog enkele half losgescheurde verkiezingsposters.
De slogan ‘‘Fuck geen mieren. Kies Partij voor de Dieren!’’ heeft de splinterpartij geen eclatante overwinning gebracht. Marianne Thieme zal zich binnenkort wel uit de politiek terugtrekken om meer tijd aan haar huisdieren te gaan besteden.
Van de Socialistische Populisten hangen nog twee affiches met ‘‘Grote Schoonmaak’’.
Murk vraagt zich af of hun kiezers wel weten hoeveel het kost om die papierflappen te verwijderen. Hij vreest dat de SP er helemaal een tomatensoepzooitje van gaat maken, mochten zij regeringsverantwoordelijkheid krijgen. En is Groen Links eigenlijk wel biologisch afbreekbaar?

Als Murk met zijn boodschappen thuiskomt, is hij net op tijd om het brekende nieuws over het terugtreden van CDA-mannetjesmaker Jack de Vries te vernemen.
Blijkwaar wil hij meer tijd vrijmaken voor zijn minnares.

Murk zet een kop koffie en de radio aan.
Hij krijgt nog net mee dat een deskundige, ingevoerd op het gebied van de economie, vertelt dat de markt gekieteld moet worden. Dat daar urgentie richting politiek moet worden gegeven.
Er komt ook een onderwijsbobo langs, die het steeds over het faciliteren van het leervermogen heeft waar hij lesgeven bedoelt.
Elke keer als er in de taalwereld weer uitdrukkingen opduiken die zijn ergernis opwekken, krijgt Murk zoiets van zeg maar een soort van jeuk.
En wat er dan door hem heengaat? Rillingen.
Hij zet de radio af om zijn stinkende best te gaan doen hier een stukje verwerking voor te vinden.
Voorwaar een uitdaging. Enige nazorg zou geen sinecure zijn. Het ventileren van je klachten lucht op.

Al googelend vindt Murk een interessant artikel over een professor die een taal heeft ontwikkeld waarmee de mensheid zich in verbinding kan stellen met aliens.
Emeritus hoogleraar Informatica Alexander Ollongren werkt al jaren aan Lingua Cosmica. Een op logica gebaseerde taal om met buitenaardse beschavingen te communiceren. Volgens hem zullen andere beschavingen de logica herkennen, omdat het allemaal zo eenvoudig is.
Hij is onlangs door de Verenigde Naties als speciaal contactpersoon aangesteld ingeval er zich een connectie mocht voordoen met exoten elders in het universum.
In het interview zegt Ollongren dat zijn vakgebied vol vraagtekens zit. Er zijn inmiddels weliswaar honderden exoplaneten ontdekt, maar of zich daar leven heeft ontwikkeld en of dat over een zekere mate van intelligentie beschikt, is nog onbekend.
De professor stelt dat de kans op radiocontact met een buitenaardse beschaving klein is.
‘‘Wij hebben van de 4,5 miljard jaar dat de aarde bestaat nog maar 80 jaar radiotelescopen in gebruik. Maar als dat eenmaal gebeurt, is de laatste stap te overzien. Als een intelligente soort met voldoende technologische ontwikkeling om zich heen gaat kijken, komen ze vanzelf in het radiogebied terecht. Op aarde staan hordes radiotelescopen. Die zijn vooral bedoeld om sterrenkunde mee te bedrijven en voor radiocommunicatie in de ruimtevaart. Maar een paar exemplaren hebben als hoofddoel het speuren naar buitenaardse beschavingen.
Onze eigen radiosignalen lekken per slot van rekening ook het universum in’’.
Lingua Cosmica is slechts een ‘taal’ in de breedste zin van het woord. Het ziet er meer uit als programmeercode: ((A→B)^(B→C))→(A→C). Veel minder lastig aan te leren dan een natuurlijke taal boordevol met grammaticale regels.
De grote aanname achter LinCos is dat de logica overal in het heelal vergelijkbaar is.
De aliens kennen Aristoteles niet, maar de achterliggende regels van zijn syllogismen waarschijnlijk wel.
Verderop in het vraaggesprek zegt Ollongren dat hij denkt dat Logica universeel is.
Maar hij dat niet kan bewijzen.
‘‘Het zou wel goed nieuws zijn, want dat betekent dat als buitenaardse wezens ooit contact zoeken, ze dat wellicht doen in een taal die sterk lijkt op LinCos. In dat geval hebben we hun boodschap zo ontcijferd. Anders zitten we jaren te puzzelen. Maar een bericht dat we ontvangen hoeft niet voor ons bedoeld te zijn. Als ze op hun planeet onze radio- en televisie-uitzendingen zouden ontvangen, zijn die ook niet voor hen gemaakt. Waarschijnlijk zullen ze die zelfs niet eens kunnen ontcijferen’’.
LinCos heeft meerdere niveaus. Je kunt bijvoorbeeld een afbeelding opnemen en dan een toelichtend bijschrift in LinCos op een ander niveau. Of een simpel stukje muziek met de regels in LinCos erbij. Zodoende is het mogelijk de taal te leren. Voor complexere informatie is Ollongrens taal nog niet zo geschikt.
‘‘Het kan allemaal wel. Het weergeven van de logische inhoud van ingewikkelde verhalen. Je zou de regels voor Engels kunnen uitdrukken in LinCos. Zinnen bestaan uit woorden die in een sequentie zitten, je hebt verschillende soorten woorden, enzovoort. Maar je doet het natuurlijk niet want dat is een enorme klus. Ik kwam op een congres ooit een gelovige tegen die elementen van het christendom wilde uitleggen in LinCos. Dat lukte ook niet.
Het was kennelijk te veel werk’’.
Hoe zal het first contact verlopen? Wij zullen natuurlijk meteen alles willen weten over hun cultuur en intelligentie. Zijn ze verder ontwikkeld dan wij?
Ollongren is inmiddels 82 jaar. Hij is bang dat hij het antwoord nooit zal krijgen.

Murk houdt het meest van mathematische literatuur. Een verhaal moet logisch in elkaar zitten zonder ellenlange beschrijvingen van landschappen of uiterlijkheden.
Veel van zijn favoriete auteurs hebben ook een fascinatie voor exacte vakken. Primo Levi was scheikundige. Harry Mullisch wilde dat, voor hij schrijver werd, worden. Willem Frederik Hermans was een periode naast schrijver ook professor in de fysische geografie. De meeste sciencefiction auteurs gebruiken hun kennis van natuurkunde voor hun boeken. De schrijver van Alice in Wonderland, Lewis Caroll, was wiskundige.

Murk gaat lunchen.
De krantenrubriek op de radio brengt een hilarisch bericht over de manier waarop de gemeente Rotknorrendam het hoge criminaliteitscijfer onder Antilliaanse jongeren wil terugdringen. Als die hun steek- en vuurwapens inleveren, krijgen ze van de gemeente hulp bij het zoeken naar scholing en werk.
Burgemeester Aboutaleb wordt geciteerd: ‘‘De Antilliaanse gemeenschap moet openlijk afstand nemen van de geweldscultuur. Alleen dan stopt het wapengekletter. Jongeren schieten elkaar met regelmaat overhoop’’.
Murk ziet voor zich hoe dit in de praktijk in zijn werk zal gaan. Dan komt een groep jongeren op het stadhuis hun wapens inleveren. Ze verschaffen zich toegang tot de werkkamer van Aboutaleb. Eerst denkt een overijverige beveiliger dat er sprake is van een mogelijke gijzeling van de burgervader en wil de rest van het pand ontruimen.
Maar gelukkig weet een van de Antillianen de situatie in heldere straattaal uit te leggen.
''Hé soy, tranquillo amigo's. Stap uit die buro. We komen alleen onze pipa's inleveren bij die mocro!''

Murk wil verder gaan met schrijven aan Seizoensgebonden.
Als hij zijn laptop start, ziet hij dat er mail van Erwin is.
Zijn zwager is ietwat ongelukkig over het gebruik van het incident met de onfortuinlijke pyrrhura tien hoofdstukken eerder.
Murk mailt terug dat hij van de pyrrhura een pinguïn zou kunnen maken, maar dat het verhaal dan wel zeer ongeloofwaardig zou worden. Zo vaak gebeurt het immers niet dat pinguïns overlijden als je op ze gaat zitten.
Nu is er ook een mailtje van Jacqueline om hem te melden dat manlief het niet leuk vond dat Murk over de ontslapen huisvriend heeft geschreven.
Waarom moest je nou over de dood van George schrijven? Het voegt weinig toe aan het verhaal. Maar je moet het natuurlijk helemaal zelf weten. Jij bent de schrijver’’.
Murk mailt zijn zus en voegt zijn zwager cc toe.
Ik vond dat ik het stuk over George toch maar moest gebruiken. Je kunt niet all your darlings killen. Het is mooi qua symboliek, vrijheid en zo. Het is ook een eerbetoon aan de liefde die Erwin voor het beestje koesterde. En zo kan je je lezers ook nog eens blij maken met een dood vogeltje.
Het is ook een goede vingeroefening voor later, als ik wellicht over de dood van ma ga schrijven. Ik beloof dat ik zal proberen me in te houden. Dat ik ma niet aan haar eind zal laten komen doordat haar schoonzoon op haar is gaan zitten.
Als jullie het echt vervelend vinden, schrap ik het stuk wel. Of maak ik er een pinguïn van. Dat schreef ik al aan Erwin. Heb al een naam voor haar: Fien. Dan zie ik wel hoe ik die laat overlijden. Als je nog een ideetje hebt, neem ik dat wel mee in het schrijfproces’’.

Even later is er alweer mail van Jacqueline.
Hi Mukkie,
Je hoeft niet alles wat wij vertellen en beleven in je roman op te nemen”.

Murk mailt terug.

Hoi Jacq,

Ik gebruik lang niet alles wat ik met jullie meemaak. Ik filter wel degelijk en het past allemaal in de lijn van het verhaal.
Daar komt bij dat Murk niet alleen een zuiplap is, die met Karel op een bankje zit. Hij heeft ook een zus, zwager, neef en nicht. Ze komen er helemaal niet zo vaak in voor en lezers zullen zich juist afvragen waarom die zwager nooit genoemd heb als ik die weglaat.
Het zou wel heel erg vreemd zijn als die dan niet af en toe ook in het boek langskomt. Net zoals dat ik ma Hemelsoet er niet uit kan laten. In het hele boek heeft Murk twee keer op zijn oomzeggers gepast. Dus het valt allemaal wel mee. Wees maar trots dat je überhaupt in het boek voorkomt. Je bent nu eenmaal mijn lievelingszusje.

Murk


Jacqueline antwoordt bijna onmiddellijk dat ze er best trots op is als inspiratiebron misbruikt te worden. Murk mailt terug om zijn zus op de hoogte te brengen wat zijn plannen met kerst zijn.
“Ik kom binnenkort wel een weekje logeren om te vertellen wat ik allemaal nog over de De Molletjes ga schrijven.
Met kerst of zo. Dan kunnen jullie ook meteen als klankbord dienstdoen voor ik de definitieve versie schrijf. Het lijkt me leuk om dat in de gezelligste tijd van het jaar in de boezem van mijn geliefde familie te doen”.

Er komt weer mail van Jacqueline. Ze is erg geschrokken toen ze zich realiseerde dat Murk zichzelf uitnodigde de feestdagen bij de familie De Mol door te brengen.
Wij zijn waarschijnlijk niet thuis met kerst. We hebben plannen voor een cruise naar de Caraïben”.

Murk begint er schik in te krijgen en stuurt zuslief nog maar een mailtje.

Hoi Jacq,

Dat met kerst een week langskomen was een grapje. Ik heb minstens twee weken nodig om het hele boek door te nemen.

Murk

Jacqueline mailt onthutst terug.
We hebben toch al Suikerfeest gevierd. En we hebben dit jaar trouwens verder geen vakantie”.

Murk mailt de bezwaren weg. Hij laat zich een kans op een gezellige logeerpartij niet ontzeggen.
Ik kan ook gewoon een maandje of twee komen logeren. Dan schrijf ik, terwijl jullie werken. Zorg ik voor het avondeten. En kunnen we 's avonds de teksten doornemen”.
Hij krijgt de kans niet de tekstfiles van zijn roman te openen. Jacqueline belt.
''Hoi, Mukkie, had ik je al verteld dat we gaan emigreren?''
Murk schatert.
''Dat lijkt me ook best leuk. Kom ik jullie daar bezoeken.''
Jacqueline maakt snel een einde aan het gesprek. Murk kan verder met schrijven.

Murk schrijft tot lunchtijd.
Als hij net de hand aan het middagmaal wil gaan slaan, staat Karel voor de deur.
Murk vraagt waarom zijn drinkebroer hem met dit bezoek vereert.
Karel haalt zijn schouders op.
''Tja, je komt niet meer zo vaak naar het bankje voor de Vondelkerk. Je moeder is naar Walden getransfereerd. Gecombineerd met dat geschrijf van jou over die varkens en andere ingebeelde vriendjes dacht ik dat je dus wel eenzaam zou zijn. Of een latente kinderwens hebt. Maar dan zou je wel een hond of kat hebben genomen.''
Murk biedt aan ook wat te eten voor Karel te maken.
''Ik was net op weg naar de keuken om een paar boterhammen te smeren. Jij ook wat?''
Karel verklaart dat hij al gegeten en gedronken heeft, maar nuanceert de uitspraak vrijwel direct.
''Nou, als je bier in huis hebt. Mijn geld is bijna op. Daar kwam ik eigenlijk voor. Kan ik wat van je lenen?''
Murk knikt en haalt een flesje uit de koelkast.
Karel ploft op de bank neer en staart glazig. Het flesje spiegelt zijn gedrag.
''Sinds wanneer drink jij Noordervliet?''
Murk legt uit dat het bier bij de buurtsuper uitverkocht was.
''Ze hadden helemaal geen bier meer bij de Gigagrootgrutter-XS hier om de hoek. Dit leek er tenminste nog een beetje op.''
Karel neemt genoegen met het hem aangeboden flesje paardenzeik. Je moet een gegeven fles immers niet in de hals kijken.
Na een tweede flesje uit de koelkast te hebben gehaald, begint Karel te wedervaren over zijn odyssee naar Louloenen-Oost.
''Ik was op weg naar jou. Had van mijn laatste penningen een blikje bier gekocht en werd, toen ik van de pont kwam, aangesproken door twee heren met 'Handhaving' op hun uniform. Je weet wel van die stadswachten die vroeger in van die pakjes met 'Gedogen' rondhuppelden. Zegt die ene: ''Is het niet wat vroeg om bier te drinken?'' Nou, ik kijk naar het pakje Goedemorgen drinkontbijt dat ie aan het leeglurken is en zeg: ''Is het ook niet ietwat laat om nog aan de Goedemorgen te zijn?'' Daar had ie niet van terug.''
Murk haalt een briefje van 25 Florijn uit zijn zak en overhandigt het aan Karel.
''Krijg ik later wel eens van je terug. Nog een Noordervlietje?''
Karel wil eigenlijk direct terug naar het centrum om echt bier aan te schaffen, maar heeft nog een belangwekkende mededeling.
''Ik ben sinds kort actief via de sociale media. Heb een Twitteraccount aangemaakt.''
Murk vindt het maar niets.
''Wat heb je daar nou aan? Dat is toch alleen maar gescheld en onzinnig geklets?''
Karel vertelt dat Twitter toch wel iets meer is dan het delen van kattenfilmpjes en mensen die je nauwelijks kent goedemorgen wensen.
''Valt erg mee. Het zijn niet allemaal nittwitters. Heb soms best inhoudelijke discussies met andere Tweeps en ik deel de gedichten die ik blog.''
Murk weet het nog zo net niet, maar belooft binnenkort toch eens een kijkje in de virtuele wereld te gaan nemen.
Karel haalt nog een paar flesjes uit de koelkast, stopt ze in zijn rugtas en neemt afscheid.
''Zie maar. We zouden als twee fictieve personen, Tweetledum en Tweetledee, een EenTweetje kunnen doen om jouw roman en mijn gedichten te promoten.''
Murk laat Karel 'Druppeltje' Nooitgenoeg uit, constateert dat er nog twee Noordervliets in de koelkast liggen, neemt er één en zet zich weer achter zijn laptop.

Na een paar uur is het hoofdstuk voltooid en de schrijfhonger van Murk voor deze dag gestild.
De dorst slaat toe.
Hij keilt het laatste biertje achterover, haalt nog snel een sixpack bij de buurtsuper en op de terugweg een portie bami bij de Chinees.

Na het eten verdiept Murk zich in de twitterende wereldburgers. Hij heeft er al snel genoeg van.
Hij neemt nog maar een Vlietje en klikt een cd van Miles Davis aan.
Voor het eind van Sketches of Spain valt hij op de bank in slaap en snurkt zich richting nieuwe dag.